Marco_Goldenbeld

Volgens beeldhouwer Marco Goldenbeld kan er geen kunst zonder passie bestaan. Passie staat voor gedrevenheid, zonder gedrevenheid zou hij dit werk niet volhouden. Iedere keer weer opnieuw gaat hij als beeldhouwer op zoek naar de perfecte vorm, is de beloning onbekend en de weg spannend, verrassend, maar soms ook frustrerend. Het verlangen een beeld te maken dat kan zweven, houdt hem gaande: ´Als ik een truc kon bedenken om beelden te kunnen laten zweven, zou ik helemaal vrij zijn´. In dit spanningsveld tussen zwaartekracht en zweven, ervaart hij de vrijheid om vormen te scheppen en werkt hij bijna 40 jaar gedisciplineerd aan de worsteling om de ideale vorm te laten bestaan. ´De triomf is de twijfel dubbel en dwars waard´.

“De triomf is de twijfel dubbel en dwars waard”

Rietveldacademie

Het beeldhouwersvak is Marco Goldenbeld met de paplepel ingegoten: beide ouders waren beeldhouwers. Zij werkten tradtioneel en figuratief. Hij herinnert zich zijn vader als een ambachtelijke beeldhouwer, die streng was voor zichzelf. Hoewel hij mede door zijn ouders van jongs af aan beïnvloed werd door de figuratieve beeldhouwkunst, wilde hij zichzelf niet vastleggen en koos hij voor een opleiding aan de Rietveldacademie. Halverwege de jaren zeventig vond daar een transitie plaats van het traditionele naar het conceptuele werken. Hij benadrukt het belang van de leraren die de studenten het vak op de academie bij moeten brengen: de docenten zijn bepalend voor de kwaliteit van het werk dat je later maakt. Op de academie kreeg hij les van Jos Wong, Aart Rietbroek en Hein Mader.

 

Zoeken naar eenvoud en vorm

Als beeldhouwer staat voor Marco Goldenbeld vorm op de eerste plaats. Hij noemt het komen tot een nieuw beeld een zoektocht naar eenvoud en vorm. Hij voelt zich dan ook verwant met beeldhouwers als Brancusi, Barbara Hepworth, Le Corbusier, Calatrava en Ghery.
´Ik begin bij nul of borduur voort op een thema van het laatstgemaakte beeld. Ik ga aan de slag met metaal, karton en was. Zoekenderwijs dient zich een oplossing aan en ontstaat er een beeld´. Het beeld ´In elkaar geschoven´ is puur vanuit zo´n vormonderzoek ontstaan. Hij heeft letterlijk met kartonnen onderdelen zitten schuiven. In zo´n zoekproces moet hij keuzes maken, veelal keuzes waar het beeld zelf om vraagt. Of keuzes om bepaalde accenten te leggen op de vorm. ´Bij ´In elkaar geschoven´ heb ik besloten om een deel te blauwen, zodat de nadruk gelegd werd op de aanwezigheid van twee identieke delen´.
Na het zoeken en het schuiven, steekt hij veel tijd in het maken van een ontwerp op schaal, zodat hij precies weet hoe het beeld opgebouwd is, alleen de technische details moeten dan nog nader bepaald worden. Aan de hand van dit schaalmodel stelt hij de definitieve maten en materialen vast, bepaalt hij de constructie en stelt de volgorde van werken op. ´Dan materialen halen en aan de slag´.

De logica van het scheppen

Marco Goldenbeld eist een geslaagde spanning tussen materiaal en vorm in zijn werk. Dat vergt concentratie en aandacht. ´Uiteindelijk creëert een beeld zichzelf. Er is sprake van een bepaalde logica die inherent is aan het maakproces. Het is deze logica die ik zoek, en waar ik op in wil haken´. Dit proces verandert niet wezenlijk, maar de ervaring van de beelden die al voltooid zijn, neemt hij mee. Zoals zijn opgedane kennis van licht en schaduw, die bepalend zijn voor de ruimtelijkheid van het beeld. Op deze wijze van trial and error, door het spel van toevoegen en weglaten, heeft hij in bijna 40 jaar beeldhouwerschap aan een herkenbaar oeuvre gewerkt. Een veelvuldig terugkomende vorm in zijn beelden is de driehoek. De driehoek komt in vele hoedanigheden in zijn werk tot uiting. Zoals in de beelden ´Balans´ en ´Gevouwen driehoek´ die tentoongesteld worden tijdens de kunstroute. ´Wanneer je op zoek bent naar eenvoud en spanning is de driehoek een onuitputtelijke bron. Het duikt eerst onbewust op, later ga je bewuster met de driehoek om. Van punt naar is een lijn, nog een punt en je hebt een vlak…´.

 

Opdrachten

Marco Goldenbeld werkt veel in opdracht. Hierbij is de locatie of de inhoud van de opdracht het vertrekpunt om tot een beeld te komen. Veelal komen er bij een opdracht direct associaties boven, maar toch begint hij bij nul, zoals hij dat noemt. Tijdens het ontwerpproces gaan vorm en inhoud op een gegeven moment een verbinding aan, groeien ze naar elkaar toe, gaan ze beter bij elkaar passen. Opdrachten zijn voor hem veeleer een uitdaging dan een beperking. ´Door opdrachten krijg ik de kans om op groot formaat te werken. Staal geeft mij die mogelijkheid. Een beeld moet je niet alleen zien, maar ook beleven: je moet er omheen en onderdoor kunnen lopen. Je ervaart de kracht van de vorm dan het sterkst. En het is spannend om de inhoud van een opdracht naar mijn eigen vormentaal om te zetten´.